
Nooit gedacht
Elske Ploeg - oktober 2018
Haar lach klinkt plotseling maar vol door de kamer. Verbaasd kijk ik op en onwillekeurig verschijnt er een glimlach op mijn gezicht, al begrijp ik nog niet waarom ze lacht. Ze kijkt wat beschaamd naar mij en dan weer naar de zojuist door mij in sokken gestoken voeten van haar net overleden echtgenoot, en barst opnieuw in lachen uit. Haar lach is zo aanstekelijk dat al snel de hele familie met vragende blik mee lacht. De spanning van verdriet en concentratie komt helemaal los en ontlaadt zich in deze gezamenlijke lachbui.
Het verzorgen van de overledene samen met (een deel van) de familie gebeurt meestal in een rustige sfeer, in opperste concentratie, zorgvuldig en met veel respect. Er ontstaat vaak een sfeer van intimiteit die door iedereen gevoeld wordt. Het is mooi om op zulke
momenten te merken dat ook degenen die denken er ‘niets mee te hebben’, steeds wat dichterbij komen en hulp aanbieden. De één brengt water en een geurtje, de ander komt met een nagelschaar, een kam, of toch die andere lievelingssokken van vader. Vaak worden die nagels ook geknipt en die sokken aangetrokken door de familie. Het aanraken van de overledene blijkt ineens minder eng dan gedacht en nodigt uit tot een grotere rol in de laatste verzorging.
Als iedereen wat tot bedaren is gekomen na de ontlading van de lachbui, blijft mijn blik vragend hangen bij de echtgenote, want wat is nou precies de aanleiding? “Je hebt zojuist een doodzonde begaan”, zegt ze met ernstige blik maar met pretogen tegen mij en ik schrik toch een beetje. Ik kijk haar schuldbewust aan al heb ik geen idee waarom en vraag: “Wat dan??” Ze begint weer te lachen en zegt: “Je hebt zijn sokken verkeerd om aangedaan, links en rechts verwisseld. Daar had hij zo’n hekel aan!” “Nee dat meen je niet, echt?” vraagt de zoon vanuit de andere hoek van de kamer, “als je ze niet omdraait weten we zeker dat hij komt spoken hoor!” Het duurt nog wel een poosje voor de lachbuien en de soms cynische grapjes voorbij zijn en de familie met elkaar de sokken alsnog heeft verwisseld.
Twintig minuten later staat de hele familie om zijn bed, elkaar vasthoudend, stil kijkend naar de man die ze liefhebben. Vanuit de keuken, een glas water drinkend, kan ik ze zien staan. Het is een mooi gezicht die kring om hem heen. De ontroering is hoorbaar, zichtbaar en voelbaar in de kamer. Na een poosje komt de echtgenote me halen, zet me naast haar in de kring en zegt ontroerd: “Het is zo mooi om hem weer te zien zoals hij was voordat hij ziek werd, zo ontspannen, zo mooi. Dank je wel Elske, dat we dit samen hebben mogen doen. Ik had nooit gedacht dat ik het zou kunnen.”
En dat is nog maar het begin van de week. Ja, ik heb mooi werk.

Baldadig drietal?
Elske Ploeg - september 2017
‘HAAAAAALLLOO ALLEMAAAAAAAL’, tettert hij door de ingeschakelde microfoon in de aula van het crematorium, terwijl zijn broertje tussen de banken door rent achter het zusje aan. ‘En waar is de oven dan Elske? Mogen we die ook zien? En mogen we ook mee als opa in de oven gaat?’ Zijn vragen galmen luid door de lege ruimte. Ik glimlach om hun onbevangenheid en geniet ervan. Hun moeder probeert ze enigszins beschaamd wat rustiger te krijgen, wat haar niet goed lukt. Morgen is de uitvaart van opa gepland, maar vandaag mogen we even kijken zodat de kinderen beter voorbereid zijn op wat er gaat komen. Op het eerste gezicht vraag je je misschien af of dat wel nodig is; uit niets blijkt nu dat deze kinderen het spannend vinden.
Nu we hier toch zijn, testen we meteen het beeld en geluid. Ineens klinken daar de eerste tonen van de lievelingsmuziek van opa door de ruimte, en zelfs de branieschopper op het spreekgestoelte wordt er stil van. De andere twee kinderen stoppen met rennen en ploffen neer op een bank. Binnen 5 seconden staat de oudste weer op en rent geëmotioneerd naar zijn moeder, die rustig met hem gaat zitten, hem troost en dan begint te vertellen. De andere twee komen er ook bij, en hangen aan onze lippen als we samen vertellen hoe het morgen zal gaan. Alles wordt aangewezen, besproken, alle vragen van de kinderen worden door haar of door mij beantwoord. In opperste concentratie luisteren ze, en ze stellen geweldige vragen over de kleinste details. Plots staan ze weer op, rennen zich weer moe door de ruimte en proberen allemaal nog een keer de microfoon uit. Dit heerlijke baldadige drietal is hopelijk voorbereid op wat morgen komen gaat.
De volgende dag verschijnen ze in hun mooiste kleren, en zwaar onder de indruk van meer dan 300 belangstellenden begeleiden ze opa naar voren. Nog geen 5 minuten later zijn ze de eerste ‘sprekers’. Met licht trillende hand pakt de grootste druktemaker een briefje uit zijn broekzak, stapt op de verhoging, brengt zelf de microfoon op de goede hoogte en begint met licht trillende zachte stem zijn herinneringen aan opa voor te lezen. Tussendoor kijkt hij de zaal in. Vanuit mijn stoel aan de zijkant zie ik hoe zijn broertje en zusje allebei een handje op zijn rug leggen. Gesteund door elkaar vertellen ze herinneringen over hun lieve opa aan die volle zaal. Er zijn niet veel mensen die het droog houden.
